Er was eens een tweeling die knus tegen elkaar lag in hun baarmoeder. Laten we ze Tommy en Annika noemen.
Op een zekere dag draait Tommy zich om naar Annika en zegt:
“Geloof jij in leven na de geboorte?”
Annika antwoordt:
“Natuurlijk! Er moet nog iets zijn na de geboorte! Misschien zijn we hier zelfs om onszelf voor te bereiden op wat er straks allemaal nog komt!”
“Onzin,” zegt Tommy. “Er is geen leven na de geboorte. Wat voor soort leven zou dat zijn?”
“Mmm, ik weet het ook niet precies,” zegt Annika. “Maar er is in ieder geval vast meer licht dan hier! Misschien lopen we daar wel met onze benen en eten we met onze mond. En misschien krijgen we zintuigen die we nu nog niet kunnen begrijpen.”
“Dat is lariekoek!” zegt Tommy. “Lopen is onmogelijk, kijk naar onze slappe beentjes! En eten met onze mond is absurd, want wetenschappelijk is bewezen dat de navelstreng ons voorziet van alles wat we nodig hebben. Kijk eens hoe kort dat ding is! Leven na de geboorte is logisch gezien gewoon compleet uitgesloten.”
Maar Annika zegt:
“Maar… als het nou gewoon anders is dan hier? Misschien hebben we de navelstreng niet meer nodig?”
Waarop Tommy zegt, met een zucht:
“Annika, je klinkt alsof je in sprookjes gelooft. Wij leven hier in een afgesloten universum, alles is verklaarbaar en meetbaar. Het is onzin om te dromen over iets wat je niet kan bewijzen.”
Annika glimlacht zachtjes.
“Maar Tommy, misschien is juist dat wat we niet kunnen bewijzen, het allerbelangrijkste.”
Tommy fronst en zegt:
“Als er leven na de geboorte zou zijn, vertel me dan eens waarom er nog nooit iemand van is teruggekeerd? Geboorte is het einde van het leven. Na de geboorte is er niets anders dan duisternis en stilte en vergetelheid. We gaan daar echt nergens naartoe. Het leven houdt dan gewoon op.”
Annika zegt:
“Maar we zullen onze moeder daar toch zeker wel ontmoeten? Zij zal toch wel voor ons zorgen?”
Tommy zegt smalend:
“Moeder? Geloof jij nou echt in moeder? Als zij zou bestaan, waar is ze dan nu?”
Waarop Annika met een zekere mate van stelligheid zegt:
“Maar Tommy, ze is overal om ons heen! Wij zijn gemaakt door haar, we leven in haar, het is vanwege haar dat we leven. Zonder haar zou deze wereld er helemaal niet eens zijn, zou niet kunnen bestaan!”
Maar Tommy antwoordt:
“Maar ik zie haar helemaal niet. Het is alleen maar logisch dat ze er niet is, dat ze gewoon niet bestaat.”
Waarop Annika zegt:
“Maar soms, als je heel stil bent en je echt goed luistert, dan kan je haar aanwezigheid waarnemen. Je kunt haar lieve stem van boven horen fluisteren: ‘Alles is oké, vertrouw maar gewoon, ik hou oneindig veel van jullie.’”
En even is het stil. Dan legt Annika haar kleine handje op dat van Tommy en fluistert:
“Misschien, Tommy, is de geboorte niet het einde… maar het begin van een groter leven dat wij nu nog niet kunnen bevatten. En wie weet, broer… misschien liggen we straks dubbel van het lachen dat we ooit dachten dat er niets meer zou zijn na de geboorte.”
(Dit verhaal heb ik losjes gebaseerd op een vergelijkbaar verhaal van Wayne Dyer in zijn boek Your Sacred Self dat hij weer heeft gebaseerd op een verhaal van Henri Nouwens. Zo gaan mooie verhalen de wereld over om uiteindelijk bij jou terecht te komen. )
2 reacties
Prachtig verteld!
Mooie vergelijking 💙
Wat een mooi verhaal, Marjolein 😉